Eén van de meest opvallende kenmerken van de deelnemers van Themis is dat zij zelf onvervulde ontwikkelingsbehoeften hebben.

Eén van de oorzaken is, dat zij geen onderwijs hebben genoten – meestal ook geen basisonderwijs. Dit wordt zichtbaar in de zelfportretten die zij tekenen. Sommigen houden voor het eerst een potlood vast.

Wat betekent dit?

Bij kinderen worden vaak diverse fases onderscheiden in hun ontwikkeling. Een indruk (naar Goudena, 1994):

  • 0-2 jaar: gehechtheid, fysiologische zelfregulatie, exploratie, individuatie
  • 2-4 jaar: omgaan met leeftijdgenoten, sekserol, internaliseren van maatschappelijke eisen, representatie van zichzelf
  • 4-12 jaar: acceptatie door leeftijdgenoten, decentratie, ijver
  • 12-16 jaar: emotionele zelfstandigheid, omgang met seksen, persoonlijke identiteit, waardensysteem

Parallel aan deze ontwikkelingsfasen lopen de opvoedingstaken. Opvoeders begeleiden kinderen op deze manier door steeds meer op autonomie en ontwikkeling te sturen richting de volgende fase.

De deelnemers aan Themis hebben moeite met termen als ‘ontwikkelen’, ‘veranderen’, ‘kiezen’. Zij dagen zichzelf niet uit, omdat ze geen betekenisvolle ervaringen hebben met leren. Zij zijn niet gestimuleerd door hun ouders, en hebben geen onderwijs gevolgd. Dat leidt er onder andere toe dat zij ook bij hun kinderen niet denken in termen van ontwikkeling. Voor zover zij hebben deelgenomen aan cursussen hebben zij vooral faalervaringen. Zij zijn dan ook vaak niet interventie-ontvankelijk.

Daarom is het zo belangrijk dat zij bij elkaar komen, zich in de ander kunnen herkennen, de begeleider begrijpen en zich begrepen voelen, en voor het eerst succeservaringen opdoen met leren.

Bekijk hier alle vijf lessen uit Themisgroepen: 1) Onderzoek; 2) Kenmerken; 3) Ontwikkeling; 4) Taal; 5) Integraal werken