De focus op het moeten leren van de Nederlandse taal is voor de deelnemers van Themis funest. Sommigen van hen hebben 7 jaar lang in een taalcursus gezeten en scoren nog steeds op A0 (zie ook de toetsen van Themis). Zij doen dus vooral faalervaringen op.

Als we kijken naar ruim 150 deelnemers van Themis dan valt op, dat zij divers/asynchroon scoren op taaltoetsen. Het luisteren zit bijvoorbeeld op B1-niveau, terwijl ze niet kunnen lezen of schrijven, ook niet in hun eigen taal.

De taal moeten leren is een enorme opgave voor mensen die nog andere onvervulde ontwikkelingsopgaven hebben en die nog niet kúnnen leren. Zij begrijpen de docent niet en de docent begrijpt hen niet. Daarnaast vindt het leren vaak klassikaal plaats, directief en in gemengde groepen. Vrouwen zullen dan hun mond nauwelijks open doen.

Dat is compleet anders in een Themisgroep, waar de begeleider het uitwisselen van (levens-)ervaringen altijd vóór de werkvormen laat gaan. Voor de deelnemers is dat vaak de eerste keer dat zij zelf honderduit kunnen praten èn dat zij andere oplossingen voor hun problemen horen – van elkaar. Bovendien gaat het bij de Themis-bijeenkomsten om de onderwerpen die voor hen relevant zijn, waardoor de taal spelenderwijs wordt aangeleerd:

  • Elkaar leren kennen/jezelf laten kennen
  • Roddel, pesten en verantwoordelijk omgaan met elkaar
  • Gezondheid
  • Sociale vaardigheden
  • Opvoeding

Lees hier een wetenschappelijk artikel over de methodiek.

Vaak wordt gezegd “Het begint met taal”. De ervaring met Themisgroepen is: het begint met zelfvertrouwen, gaat verder met taal en leidt toe tot actieve deelname aan de samenleving. Met andere woorden: taal is een middel en geen doel op zich.

Bekijk hier alle vijf lessen uit Themisgroepen: 1) Onderzoek; 2) Kenmerken; 3) Ontwikkeling; 4) Taal; 5) Integraal werken